Omdat het Wielerspel met haar tijd meegaat heb ik ChatGPT (4o) gevraagd een SWOT-analyse te maken van de ploegen. Dit is het resultaat:

sterktes

zwaktes

kansen

bedreigingen


Albert Veel jonge talenten, goed in ontwikkeling Geen echte kopman, afhankelijk van ontwikkeling Jonge renners kunnen verrassend presteren Concurrentie heeft sterkere kopmannen

Arjan Sterke kopmannen zoals Vingegaard en Bernal Risico op blessures bij Bernal en oudere renners Als Bernal herstelt, sterk duo met Vingegaard Veel druk op Vingegaard, blessures kunnen roet in eten gooien

Bram Allround team met klassieke en klimkwaliteiten Weinig uitgesproken sprintopties Veelzijdigheid kan helpen in verschillende koersen Geen echte topsprinter

Frank R Goede sprintopties en veelzijdige renners Afhankelijk van sprinters, minder klimmers Sprints en heuvelklassiekers als focus Sprinters zijn afhankelijk van lead-outs

Frank V Sterke klassieker-specialisten en punchers Veel klassieke renners, minder voor grote rondes Sterk in eendaagse klassiekers Minder goed in zware rittenkoersen

Harry Evenwichtige ploeg met tijdrijders en klimmers Minder uitgesproken kopman, verdeelde sterkte Tijdrijden als wapen Kan moeite hebben met tempo in lange koersen

Jan Sterke klimkern en jonge renners met potentie Veel jonge renners zonder bewezen klassements-ervaring Klimmersteam met veel groeipotentie Weinig ervaring bij jonge renners

Kaspar Topfavoriet Evenepoel en enkele sterke helpers Evenepoel afhankelijk, weinig alternatieven Evenepoel kan alles winnen, focus op ITT en klassiekers Evenepoel moet alles dragen, weinig ruimte voor fouten

Kees Van Aert als veelzijdige leider, goede ondersteuning Sterk in klassiekers, maar minder in etappekoersen Van Aert kan overal meedoen, team kan meeliften Teamprestatie afhankelijk van Van Aert

Nicky Sterke allrounders en klimmers, ervaring aanwezig Geen uitgesproken klassementsrenner Klassiekers en heuvels als focus Geen topfavoriet voor eindklassement

Paul Evenwichtige ploeg met jong talent en ervaren renners Veel talent, maar weinig bewezen toppers Kan verrassen in rittenkoersen Talent moet nog doorbreken

Pieter-Bas Sterke heuvelrenners en sprintersmix Geen echte kopman voor grote rondes Sprintkansen en heuvelklassiekers Geen echte topper in ploeg

Roy Ervaren ploeg met veel tactische mogelijkheden Verouderde kern, kan moeite hebben in lange rondes Ervaren ploeg kan tactisch slim rijden Verouderde renners kunnen achteruitgaan

Wijnand Pogacar als kopman, uitstekende ondersteuning Sterk rond Pogacar, maar weinig diepgang in de ploeg Pogacar kan iedere grote ronde winnen Als Pogacar uitvalt, is het team veel zwakker

Daarna heb ik gevraagd op basis van de SWOT-analyse de ploegen op kracht te ordenen.

sterktes

zwaktes
(omgekeerd)

kansen

bedreigingen (omgekeerd)

totaal

Jan 4 4 4 4 16

Albert 3 4 3 4 14
Arjan 5 3 4 2 14
Bram 4 3 4 3 14
Frank V 4 3 4 3 14
Kaspar 5 2 5 2 14
Nicky 4 3 4 3 14

Frank R 4 3 3 3 13
Harry 4 3 3 3 13
Kees 5 2 4 2 13
Paul 4 3 3 3 13
Pieter-Bas 4 3 3 3 13

Wijnand 5 1 5 1 12

Roy 3 2 3 2 10

Tenslotte heb ik gevraagd om 4 strategie-types te beschrijven:

Strategie per ploegleider op basis van budgetverdeling

Basisstrategieën bij ploegensamenstelling

Op basis van de keuzes die de ploegleiders hebben gemaakt, kunnen we vier hoofdstrategieën onderscheiden:

1. Alles op één kopman

Deze strategie richt zich volledig op een enkele superster, waarbij het grootste deel van het budget naar deze renner gaat. De rest van het team bestaat uit goedkope ondersteunende renners. Dit is een risicovolle maar potentieel winstgevende aanpak als de kopman succesvol is.

Ploegleiders:

  • Arjan (Vingegaard)
  • Kaspar (Evenepoel)
  • Wijnand (Pogacar)

Voordelen:

  • Grote kans op successen in grote wedstrijden
  • Een duidelijke focus en tactiek

Risico’s:

  • Zeer kwetsbaar bij uitval van de kopman
  • Weinig flexibiliteit in strategie

2. Sterke kopman met brede ondersteuning

Hier wordt een groot deel van het budget geïnvesteerd in een kopman, maar er blijft genoeg over voor een sterke ondersteunende ploeg. Dit geeft meer balans en biedt meerdere kansen in verschillende races.

Ploegleiders:

  • Bram (Van der Poel met solide ondersteuning)
  • Roy (Roglic met ervaren ondersteuning)
  • Paul (Ayuso en Jorgenson als speerpunten)

Voordelen:

  • Kans om in meerdere races competitief te zijn
  • Minder afhankelijk van één renner

Risico’s:

  • Als de kopman tegenvalt, is er niet altijd een directe vervanger
  • Budget is verspreid, waardoor sommige races net te kort schieten

3. Allround team met meerdere kanshebbers

In deze strategie wordt het budget verdeeld over verschillende renners die in diverse disciplines kunnen scoren. Dit biedt veelzijdigheid en kan zorgen voor constante prestaties in verschillende type koersen.

Ploegleiders:

  • Frank V (Philipsen, Yates en klassiekerspecialisten)
  • Nicky (Pedersen, Simon Yates en allrounders)
  • Harry (Ganna, Rodriguez en diverse talenten)
  • Pieter-Bas (Almeida, Hirschi en heuvelklassiekers)

Voordelen:

  • Flexibel in verschillende wedstrijden
  • Minder risico als één renner uitvalt

Risico’s:

  • Geen uitgesproken favoriet voor een grote ronde
  • Kan moeite hebben met echte topconcurrentie

4. Breed budget, veel talenten

Deze strategie spreidt het budget over een groot aantal goedkopere renners met groeipotentie. Het doel is om verrassend te presteren en waardevolle renners te ontdekken die kunnen uitblinken.

Ploegleiders:

  • Albert (veel jong talent, geen uitgesproken kopman)
  • Frank R (sprinters en veelzijdige aanvallers)
  • Jan (klimteam zonder absolute leider)
  • Kees (Van Aert als leider met brede ondersteuning)

Voordelen:

  • Meerdere kansen op verrassingsresultaten
  • Team kan zich ontwikkelen gedurende het seizoen

Risico’s:

  • Gebrek aan een duidelijke kopman
  • Kans dat talenten niet snel genoeg doorbreken

Conclusie

Elke ploegleider heeft een strategie gekozen die past bij zijn visie op succes. Sommige nemen veel risico met een enkele kopman, terwijl anderen hun kansen spreiden. De effectiviteit van deze strategieën zal afhangen van de prestaties van hun renners en de dynamiek van de competitie.